heer van Borselen en Kortgene (ca 1380 - 13 Juli 1431), bekleedde onder Willem VI en Jacoba van Beieren aanzienlijke staatsambten, o.a. sinds 1413 het rentmeesterschap over Zeeland Bewesterschelde. Hij was in 1430 een der drie gouverneurs, aan wie Philips van Bourgondië het bestuur over Holland en Zeeland verpandde (zie Borselen, Frank van).
Bij zijn dood in 1431 liet hertog Philips zijn goederen verbeurdverklaren wegens de onregelmatigheden, die omtrent zijn rentmeesterschap aan het licht kwamen en omdat de hertog niet tevreden was over de gestes van de gouverneurs. Later kregen zijn bloedverwanten deze goederen weer terug.