Frans botanicus (Guérigny 2 Sept. 1828 - Parijs 18 Dec. 1911), studeerde te Parijs geneeskunde, tegelijkertijd legde hij zich ook op de botanie toe, waarvan vooral de Fungi hem interesseerden. In 1852 vergezelde hij de botanicus Thuret naar Cherbourg, werd er hoogleraar en aldaar schreef hij zijn belangrijke publicaties over zeewieren, welke publicaties deels ontstonden in samenwerking met Thuret, deels door zelfstandige onderzoekingen.
Vooral over de voortplanting der Roodwieren verrichtte hij een bekend onderzoek.Bibl: Recherches sur la structure de l'Ephèbe Pubescens (1852); Recherches sur la Fécondation des Floridées (Thuret en Bornet, 1867); Recherches sur les Gonidies des Lichens (1873); Notes algologiques, recueil des observations sur les Algues (Thuret en Bornet, 1876-1880); Études phycologiques (1878); Révision des Nostocacées Héterocystées (Bornet en Flahault, 1886-1888); Les algues de P. K. A. Shousboe (1892).