een gemeente in het Z. van (Ned.) Limburg, telt op 852 ha (1946) 3512, meest R.K. inw., waarvan ong. 2100 inw. in het dorp Bocholtz. De bodem bestaat uit Limburgse klei (löss) die voor 2/3 als bouwland en voor 1/3 als grasland in gebruik is.
Hoofdmiddel van bestaan is arbeid in het ten N. van deze gemeente aanvangende Limburgse mijngebied, daarnaast echter landbouw.