Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Boanerges

betekenis & definitie

bijnaam door Jezus, in het evangelie van Markus 3:17, gegeven aan de zonen van Zebedaeus, Jacobus en Johannes. De evangelist verklaart het woord als „zonen van de donder”.

De oorspronkelijke vorm en afleiding van het woord liggen nog in het duister. Gustaf Dalman stelt voor bane (resp. bone) rogés te lezen, aangezien naar zijn opvatting de variante oa „zinloos” is. Het eerste element boan is waarschijnlijk een verkeerde weergave van het Aramese bene. Met het tweede lid correspondeert in de oorspronkelijke taal: of rigša, gerucht, lawaai, of ra‘ma, donder. In het laatste geval is de vertaling van het evangelie letterlijk-juist, doch alsdan is de transcriptie onjuist, voor zover van de lettergroep rgš wordt afgeweken.PROF. DR J. COPPENS

Lit.: P. Joüon, Notes de pHilologie sémitique, in Recherches de Science religieuse, dl 15, blz. 438-440 (Paris 1925); G. Dalman, Die Worte Jesu, dl 1, blz. 39 (Leipzg 1930).

< >