Wat is de betekenis van Boanerges?

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Boanerges

geestdriftig redenaar of predikant

2024-04-27
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

Boanerges

naar een Aramees woord, in het N.T. vertaald als ‘zonen des donders’.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Boanerges

Aramees woord: zonen van de donder, voor de zonen van Zebedëus (Mare. 3: 17)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boanerges

m., (bijb.) heftig man, inz. een prediker die gloeit van geestdrift en blaakt van vurige geloofsijver (vgl. Markus 3 :17).

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Boanerges

m. (Gr.) „zoon van de donder”, fig. bulderende redenaar of predikant.

2024-04-27
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Boanerges

bijnaam door Jezus, in het evangelie van Markus 3:17, gegeven aan de zonen van Zebedaeus, Jacobus en Johannes. De evangelist verklaart het woord als „zonen van de donder”. De oorspronkelijke vorm en afleiding van het woord liggen nog in het duister. Gustaf Dalman stelt voor bane (resp. bone) rogés te lezen, aangezie...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Boanerges

m. (heftig ijveraar; bulderbast inz. op de preekstoel); verg. Markus 3:17.

2024-04-27
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

Boanerges

(Gr.), m. zoon van de donder: bulderende redenaar of predikant.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Boanerges

Boanerges - een Arameesch woord, dat „zonen van den donder” beteekent, werd door Christus als bijnaam gegeven aan Jacobus den meerderen en Joannes wegens him onstuimig karakter (Mc. 3. 17).

Gerelateerde zoekopdrachten