graaf van (gest. Schoonhoven 19 Mei 1381), tweede zoon van Lodewijk van Châtillon-Blois (gest. 1346) en van Johanna van Henegouwen (gest. 1350), was door zijn moeder een kleinzoon van Jan van Beaumont (zie stamboom bij art. Avesnes), wiens Hollandse en Zeeuwse goederen hij in 1356 erfde: Schoonhoven, waar hij meestentijds resideerde, Gouda, Noordwijk, Wijk a.
Zee, Krommenie, Westzaan, Tessel, Tholen, enz.Hij bekleedde reeds als jonkheer van Blois een voorname plaats aan het hof van Albrecht van Beieren, in wiens afwezigheid hij van 1359-1360 en van 1363-1364 het landsbestuur in Holland en Zeeland voerde. Na de dood van zijn oudste broeder Lodewijk, werd hij in 1372 graaf van Blois en Soissons, heer van Avesnes, enz. Korte tijd voerde hij ook de titel van hertog van Gelre: na zijn huwelijk in 1372 met Machteld van Gelre, oudste zuster van de in 1371 gestorven hertog Reinald III en weduwe van graaf Adolf van Kleef (zie Gelderland, geschiedenis). Het echtpaar liet zich te Arnhem huldigen, maar kon zich niet staande houden tegenover de krachtigere pretendent Willem van Gulik, die door de partij der Bronkhorsten werd gesteund. Reeds in 1373 liet „hertog” Jan zijn gemalin, die de strijd voortzette, in de steek en in 1374 hielp hij zelfs Albrecht van Beieren tegen de Utrechtse bisschop Arnold van Hoorn, die steun gegeven had aan de partij der Hekerens en aan Machteld.
In 1379 deed deze eindelijk afstand van haar rechten. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren. Een buitenechtelijke zoon van Jan van Blois en Sophia van Dalem, Jan, bastaard van Blois, heer van Treslong (Henegouwen), Benthuizen, Cabauw, enz. en kastelein van Gouda (welk ambt hij als aanhanger van Jacoba van Beieren bij de Zoen van Delft in 1428 verloor), huwde met Maria van Heemstede en werd de stamvader van het Zeeuwse geslacht Bloys van Treslong, waarvan het tegenwoordige geslacht van die naam middellijk langs vrouwelijke lijn afstamt. Bij het overlijden van graaf Jan van Blois kwamen diens rijke bezittingen in 1381 aan zijn jongste broeder: Guy van Châtillon (gest. 22 Dec. 1397), reeds heer van Beaumont en Chimay, gehuwd met Maria van Namen. Guy van Blois, vooral bekend als beschermer van Froissart, was een slecht financier. In 1391 verkocht hij Blois aan Lodewijk van Touraine (Orleans). Daar zijn enige zoon Lodewijk, graaf van Dunois (gehuwd met Maria van Berry), reeds in 1391 op jeugdige leeftijd kinderloos was overleden, vielen na Guy’s dood in 1397 zijn Hollandse, Zeeuwse en Henegouwse lenen weer aan de grafelijkheid.
De naam Blois bleef in Holland in gebruik voor sommige landen die beide broeders hier bezeten hadden, inzonderheid voor het Land van Blois in Kennemerland (Krommenie, Krommeniedijk en Westzaan), dat, te zamen met het Land van Wijk (Wijk a. Zee, Wijk a. Duin en Spaarnwoude), het baljuwschap van Blois vormde.
Lit.: C. J. de Lange van Wijngaerden, Gesch. der heeren en beschrijving der stad van der Goude, dl I (Amst.-Den Haag 1813); P. N. van Doorninck, De tocht van Jan van Blois met hertog Albrecht naar Gelre, 1362 (Haarlem 1899); Id., De tocht van Jan van Blois om Gelre, 1371-1372 (Haarlem 1898).