Engels staatsman (nabij Liverpool 19 Jan. 1850 - Liverpool 20 Nov. 1933), kreeg aanvankelijk bekendheid als literair criticus, had als liberaal zitting in het Lagerhuis van 1889-1900 en van 1906-1918; in 1893 K.C. en professor in de rechten aan de University College Londen (1896-’99). Hij werd in 1907 chief secretary van Ierland en had als zodanig een groot aandeel in de voorbereiding van de Home Rule bill van 1914.
Hij trad in 1916 af, toen het hem niet gelukt was de extremisten in Ierland te beteugelen. Sedert 1918 leefde hij uitsluitend voor de literatuur.Bibl.: Obiter Dicta (1884); tweede reeks (1887); More Obiter Dicta (1923); Res Judicatae (1892); Essays about men, women and books (1894); Collected Essays (1899), 2 dln; Lectures on the law and history of copyright in books (1899); The Ideal University (1898); biografieën van Charlotte Brontë, Andrew Marvell, Hazlitt; uitgave van Boswell’s The Life of Samuel Johnson (1907); Collected Essays and Addresses (1880-1920), 3 dln (1927); Recollections (1930); Sir Frank Lockwood, A biographical sketch (2nd ed 1898) en een biografie van zijn schoonvader, de dichter Frederick Locker Lampson (1920).
Lit.: C. Kernahan, Celebrities (1923).
