Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Birkenhead, frederick edwin smith

betekenis & definitie

eerste graaf van, Engels rechtsgeleerde, staatsman en schrijver (Birkenhead 12 Juli 1872-Londen 30 Sept. 1930), studeerde in Oxford en werd in 1899 advocaat in Liverpool waar hij spoedig naam verkreeg door zijn optreden in een aantal geruchtmakende strafzaken. Van 1906-1919 was hij conservatief lid van het Lagerhuis; in 1908 werd hij King’s Council, in 1911 Privy Councillor, in 1915 Attorney-General (ongeveer: Procureur-Generaal) en in 1919 als Viscount Birkenhead, Lord Chancellor, tot 1922.

Aan de totstandkoming van de Law of Property Act van 1922 had hij een belangrijk aandeel en hij had grote invloed op de Engelse rechtspraak door zijn uitspraken als Lord Chancellor. Van 1924-1928 was hij minister voor India in het ministerie-Baldwin.Bibl.: Behalve enige juridische werken en een serie Famous Trials o.a.: Essays on Unionist Policy (1913); Collected Essays (1922); Fourteen English Judges (1926); The Speeches, with a preface by Hugh Cecil (1929); Last Essays (1930).

Lit.: Fr. Edw., Earl of B., by his Son, 2 dln (1933-1935).

< >