(Rotterdam 1732-1801), was een bekend geneesheer met een grote praktijk, die zich ook zeer verdienstelijk heeft gemaakt voor de ontwikkeling der fysica. Hij was lid van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen en mede-oprichter van het Bataafsch Genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte (zie St.
Hoogendijk). Te Rotterdam was hij stadsgeneesheer en kreeg de titel van professor in de medicijnen en de fysica. In het bijzonder heeft hij zich verdienstelijk gemaakt voor het populariseren der inenting tegen pokken. Ook andere besmettelijke ziekten en haar bestrijding hadden zijn belangstelling. Als beoefenaar der natuurkunde schreef hij veel over het nut der pas uitgevonden stoommachine. Talrijke publicaties staan op zijn naam. Zijn nakomelingen heten Bicker Caarten.