Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Beughem, cornelis van

betekenis & definitie

Nederlands bibliograaf, incunabelkenner en iconograaf (Emmerik 1638/’39 - in of na 1710), was boekverkoper in zijn geboortestad, doch vestigde zich in 1667 kort na zijn huwelijk te Amsterdam. Hij werd er poorter en (volgens het voorwoord van zijn Bibliographia juridica, 1688) bediende in de boekhandels van Blaeu en Janssonius van Waesberghe.

Als zodanig begon hij met verzamelen van boektitels. Zijn naam komt niet voor in de Amsterdamse gildeboeken, waaruit blijkt dat hij aldaar geen eigen bedrijf had. In 1680 woonde hij als boekhandelaar te Emmerik, waar hij zijn verdere leven doorbracht en lid van de raad was.Hij was een der belangrijkste bibliografen, voor zijn tijd zeer nauwgezet en volledig; hij heeft de meeste boeken zelf onder ogen gehad en verschillende titels van werken gegeven, waarvan wij geen exx. meer kennen. In het genoemde voorwoord bespreekt hij zijn plan om een reeks van 20 systematische boekenlijsten samen te stellen ten dienste van het wetenschappelijk Europa. Daarvan zag een zevental te Amsterdam het licht, w.o. Bibliographia historica, chronologica et geographica novissima... ab 1651 (1685), welke bovendien bevat het Museum Beughemianum, de eerste bekende iconografie, waarop een tweede eerst in 1771 volgde. Zijn belangrijkste werk was wel: Incunabula typographiae sive catalogus librorum scriptorumque proximis ab inventione typographiae annis usque ad annum Christi MD inclusive (1688), de eerste bibliografie van werken vóór 1500 gedrukt, met vermelding van plaats, jaar en formaat, doch zonder naam van drukker. Hoewel de term „incunabula typographiae” (d.i. de kindsheid der boekdrukkunst) reeds in een werk van Ph.

Labbé uit 1655 werd gebruikt, kan men aannemen, dat de latere naam „incunabel” voor boeken vóór 1500 gedrukt, op de titel van het werk van Van Beughem teruggaat. Alle werken van Van Beughem verschenen in 12º, zodat ze gemakkelijk hanteerbaar waren. Brieven van zijn hand aan Theod. Janssonius ab Almeloveen bevinden zich in de Univ. Bibl. te Utrecht.

MR H. F. WIJNMAN

Lit.: M. M. Kleerkooper-van Stockum, De boekhandel te Amsterdam (1914/’16), 37, 38, 1356-58; Werden und Wissen, ein Festgruss Karl Hiersemann zugesandt (1924), 289 e.v.; Th. Besterman, The beginnings of systematic bibliography (1935), 33-37.

< >