Duits taalgeleerde (Putbus 26 Juli 1842 - Jena 3 Jan. 1922), vestigde zich als privaat-docent te Halle en werd in 1870 benoemd tot hoogleraar in de vergelijkende taalwetenschap en het Sanskrit te Jena. Hij heeft zich vooral bewogen op het gebied van de Indogermaanse syntaxis.
Bibl.: Syntaktische Forschungen (dl 1-5, 1871-1888); Vedische Chrestomathie m. Anmerk. u. Glossar (1874); Vergleich. Syntax d. indogerm.
Sprachen (3 dln 1893-1900 in Brugmann’s Grundr. d. vergleich. Gramm.); Einleit, in das Studium d. indogerm. Sprachen (6de dr., 1919).
Lit.: E. Hermann, B. D. (Jena 1923).
