is in het NEDERLANDSE militaire tuchtrecht de lichtste krijgstuchtelijke straf, welke aan officieren, onderofficieren en mindere militairen kan worden opgelegd (zie de artt. 3, 4, 5, 6, 30, 31 en 32 van de Wet op de Krijgstucht).
Voor berisping in het Nederlandse strafrecht Z straf en kinderwetten.