heet een met tressen versierde wapenrok, die omstreeks 1850 in de meeste legers de dolman uit de huzarenuniform verdrong. Het verschil met de dolman bestaat hierin, dat de vóór- en achterpanden veel langer zijn en tot halverwege de dijen reiken en dat het aantal borsttressen meestal veel kleiner is.
In het Nederlandse leger werd de attila sinds 1867 gedragen door de huzaren, door de Generale Staf en de ordonnance-offlcieren van den koning. Ook de generaals droegen van 1867- 1897 de attila. Na 1912 werd het kledingstuk alleen door officieren en onderofficieren in geklede tenue gedragen.
