Duits scheikundige (Jena 3 Juli 1884), zoon van de volgende, is sedert 1936 hoogleraar in de physische chemie aan de Universiteit te Göttingen; hij studeerde te Berlijn als leerling van Nernst. Zijn talrijke belangrijke onderzoekingen liggen vooral op het gebied van de gassen en van de moleculaire wisselwerking.
Bibl.: Grundrisz der physik. Chemie (Leipzig 1922, ook i. h. Eng.); Lehrb. d. chemischen Physik (Leipzig 1930, 2de dr. 1938-1941); R. Suhrmann, Physik.-Chem. Praktikumsaufgaben (Leipzig 1928); medeuitgever van: Müller-Pouillets Lehrbuch der Physik (11de dr. 1925-1931), en met Jakob van: Der Chemie*Ingenieur (sed. 1932); Apparative Durchführung chemischer Operationen (1938).