Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARGONAUTEN

betekenis & definitie

heten de Griekse helden, die onder aanvoering van lason, in opdracht van Pelias, van Iolkos naar Aia (later geïdentificeerd met Kolchis aan de oostkust van de Zwarte Zee) voeren om het Gouden Vlies (z Phrixos) te halen. Aan boord van hun schip, de Argo, bevonden zich behalve Iason zelf, een 50-tal helden, o.a.

Tiphys, de stuurman, Orpheus, Kastor en Polydeukes, Herakles, Peleus en Telamon.Eerst voeren de Argonauten naar Lemnos, waar zij geruime tijd vertoefden (z Hypsipyle), vervolgens naar de kust van Phrygië. Hier werden zij vriendelijk ontvangen door den koning der Dolionen, Kyzikos (Latijn Cyzicus; naam van een stad aldaar in later tijd). Na hun vertrek door een storm overvallen, werden zij in de nacht naar het land der Dolionen teruggedreven. Zij wisten niet, waar zij zich bevonden; de Dolionen herkenden hen ook niet. Er ontstond een gevecht, waarin Kyzikos gedood werd. Pas toen het dag werd, zagen de Argonauten tot hun droefheid, wat zij gedaan hadden.

Van hier gingen zij naar Mysië, waar Herakles achterbleef om zijn vriend Hylas te zoeken, en vervolgens naar Bithynië, waar koning Amykos, die alle vreemdelingen placht uit te dagen tot een wedstrijd in het boksen, door Polydeukes verslagen en gedood werd. Verder varend kwamen de Argonauten aan de kust van Thracië, bij Phineus. Dank zij diens raad gelukte het hun de Symplegaden te passeren. Nu was het ergste gevaar achter de rug. Langs de kust van de Zwarte Zee bereikten de helden Kolchis en voeren de rivier de Phasis op.

Aietes (ajétes), de koning van het land, verklaarde zich bereid de Gouden Vacht af te staan, als Iason twee vuurspuwende stieren met hoeven van brons voor de ploeg spande en een aan Ares gewijd veld omploegde, in de voren drakentanden zaaide en de daaruit ontstane reuzen doodde. Met de hulp van ’s konings dochter Medea, die liefde voor hem opvatte, kon hij deze taak volbrengen: zij gaf hem een toverzalf, die hem tegen het vuur der stieren beschermde, en op haar raad slingerde hij een steen onder de reuzen, waarop dezen elkaar aanvielen en doodden. (Voor het zaaien van de drakentanden en het doden van de reuzen schijnt de sage van Kadmos het voorbeeld geleverd te hebben.) Toen Aietes nog uitvluchten zocht, hielp Medea ook verder. Door tovermiddelen bracht zij de draak in slaap, die het vlies bewaakte, dat in het heilige woud van Ares aan een boom was opgehangen. Nadat Iason de vacht had bemachtigd, vluchtten hij en Medea met de Argonauten.

De terugtocht ging volgens sommigen langs dezelfde weg; volgens de meeste verhalen bevoer de Argo de Okeanos (de rivier die om de gehele aarde heenstroomt) en bereikte òf via de Nijl, òf via de Eridanos (een rivier in het W.), òf door de Straat van Gibraltar de Middellandse Zee weer. Al deze verhalen, waarin zich zeer uiteenlopende aardrijkskundige opvattingen weerspiegelen, stemmen echter hierin overeen, dat zij de Argonauten eerst na vele avonturen weer in Iolkos laten aankomen. Misschien eindigde de sage oorspronkelijk op dit punt. In de latere, meer bekende vormen van het verhaal volgen er voor Iason en Medea na het einde van de Argonautentocht nog vele avonturen (z Medea).

De tocht der Argonauten heeft zowel voor vele epische en dramatische gedichten stof geleverd als voor talrijke werken der beeldende kunst. Ons is overgebleven het epos van Apollonius Rhodius.

Reeds in de Oudheid verklaarden sommige geleerden de sage als een weerklank van de eerste handelsexpeditie naar het goudrijke Oosten. Intussen vertoont, gelijk A. Lang het eerst opmerkte, het verhaal van Iason in Kolchis een opmerkelijke overeenstemming met Finse sprookjes over den smid Ilmarinen (z Kalevala). Men mag aannemen, dat de Argonautensage uit een dergelijk sprookje over Iason, waarin van reisgenoten van den held nog geen sprake was, ontstaan is, doordat de wonderbaarlijk snelle reis met behulp van een toverschip, dat vermoedelijk in dat sprookje voorkwam, werd vervangen door de vaart van een gezelschap van helden, wier avonturen vervolgens van lieverlede werden uitgebreid door invoeging van telkens nieuwe episodes binnen de omlijsting van de tocht.

Lit.: L. Radermacher, Mythos und Sage bei den Griechen (Leipzig 1938), blz. 139 vlgg.

Van de geschiedenis der Argonauten worden op Griekse vaasbeelden vnl. behandeld:

1. de landing in Bithynië of op Cyzicus (Ficoronische Cista), waarbij Polydeukos Amycos aan een boom vastbindt;
2. de op vertrek wachtende Argonauten: op een krater uit Orvieto (nu Parijs, Louvre), uit de school van Polygnotos, waarbij door houding en ligging het karakter der verschillende deelnemers bijzonder goed getroffen is;
3. de strijd van Iason met de slang of draak om het bezit van het Gulden Vlies;
4. het gesprek van Iason en Medea (op Apulische vaas).

Het in de literatuur sinds Sophocles zo dramatisch bewerkte karakter van Medea komt in de antieke beeldende kunst nergens tot uitdrukking. Met deze figuur houdt zich het Barok en in het bijzonder de Romantiek gaarne bezig.

< >