eigenlijk Codex archetypus, noemt men dat handschrift van een tekst uit oude tijden, waarvan alle bewaarde handschriften rechtstreeks of indirect afstammen. Een archetypus kan bewaard zijn, waardoor de afschriften uiteraard inboeten aan belang voor het vaststellen van de tekst.
In andere gevallen echter wordt de tekst ervan gereconstrueerd uit die, welke in de afschriften is te lezen. Uiterste archetypus is natuurlijk het oorspronkelijke handschrift van den auteur, maar in die zin wordt het woord practisch niet gebruikt.Lit.: P. Maas, Textkritik, in: Gercke-Norden, Einleitung in die Altertumswiss. (Leipzig 1927); H. Kantorowicz, Einfüihrung in die Textkritik (Leipzig 1921); L. Havet, Manuel de critique verbale appliquée aux textes latins (Paris 1911); A. Boeckh, Encycl. und Methodol. der philologischen Wissenschaften (Leipzig 1877), p. 179-209.