een door Jung ingevoerde term der psychologie. In het psychische leven van den mens vindt men oeroude over het gehele mensdom verspreide richtinggevende beelden, waarop de mens zich oriënteert.
Zij behoren tot het collectief onbewuste en worden in alle mythologieën gevonden. Wat de instincten zijn in het biologische leven, zijn de archetypen in het zieleleven. Voorbeelden van archetypen zijn het vuur, het water, beelden van dieren, de tovenaar, de heks, de held, het goddelijk kind, de Moeder, de gestorven en opgestane Godheid, de Heilandfiguur.Lit.: C. G. Jung, Die Psychologie der unbewussten Prozesse (1917); Idem, Das Unbew. im normalen und kranken Seelenleben (1926); Idem, Psychologie und Alchemie (1944).