Romeinse munt, het eerst geslagen in 214 onder Caracalla (M. Aurelius Antoninus) en naar dezen genoemd.
Aanvankelijk van zilver en ter waarde van iets meer dan een denarius (waarvan hij zich onderscheidt doordat de kop des keizers met een stralenkroon is getooid), verliest hij omtrent het midden van de 3de eeuw vrijwel alle zilver. In deze periode wordt hij in enorme hoeveelheden geslagen. Onder Diocletianus wordt in 292 de Antoninianus voor het laatst geslagen.