is een term uit de textieltechnologie. Toen cellulose-kunstvezels (viscose, koperzijde) verwerkt werden met dierlijke vezels, zoals bijv. wol, tot textielwaren (garens, weefsels) bleek spoedig, dat het egaal verven van dergelijke waren met de destijds gebruikelijke verfmethoden niet langs eenvoudige weg bereikbaar was.
Dit komt door het uitgesproken verschil in karakter (chemische samenstelling) tussen de genoemde vezelsoorten, hetwelk in het bijzonder ten aanzien van wolkleurstoffen tot uiting komt. Het bleek mogelijk, dit verschil min of meer op te heffen door het toevoegen van stikstofverbindingen, bijv. ethyleenimin-derivaten, aan de cellulose-kunstvezels. Hierdoor verkrijgen deze vezels zekere eigenschappen van dierlijke vezels, welke geheel uit stikstofverbindingen zijn opgebouwd.De werkwijzen nu, welke leiden tot het hierboven beschreven doel, nl. het zodanig veranderen van de eigenschappen van cellulose-kunstvezels, dat deze eigenschappen meer overeenkomen met die van dierlijke vezels, worden aangeduid met de term animaliseren. Textielwaren, bestaande uit wol en geanimaliseerde kunstzijde (of celvezel), zijn met behulp van typische wolkleurstoffen (zure kleurstoffen) wel egaal aan te verven.