Frans romancier en essayist (Nimes 6 Juni 1900), behoort tot een Hugenotenfamilie uit de Cévennes. Hij studeerde aan de gymnasia van Alais en Montpellier, daarna aan de Sorbonne en de École des Chartes.
Na de oorlog werd hij conservator aan het Petit-Palais. Hij is oprichter en directeur van het blad Vendredi. Zijn protestantse origine en denkwijze brachten hem waarschijnlijk tot de behandeling van de geschiedenis van een deserteur uit godsdienstige motieven, Roux le Bandit; gaven hem ook de nodige afstand tot een objectieve behandeling van de gebeurtenissen van Febr. 1934 in zijn roman La Galère, en brachten hem ten slotte ook tot een vooraanstaande plaats in de maquis.Bibl.: Essais: Attitudes (1924); L'Homme contre 1’Histoire (1927); Clio (1929); La Révolution de 19. (1930); Rien qu’un Témoignage (1937). Romans: Roux le Bandit(ig25); Les Hommes de la Route (1927); Le Crime des Justes (1928); L’Année des Vaincus (1934); La Galère (1939); Le dernier Village (1946); Le Puits aux Miracles (1945); L’Homme qui marchait devant moi (1948).
