Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Amsterdamse korstjes

betekenis & definitie

heet een soort gekruide koek, die aanvankelijk in de hoofdstad werd gemaakt. Volgens Jozef Cornelissen, Ned.

Volkshumor, geciteerd in Nannings „Brood en gebakvormen en hun betekenis in de folklore”, blz. 158, zijn de Amsterdammers bekend als koeketers; misschien in verband met de beroemde hoofdstedelijke Sinterklaasmarkt, waarop vooral veel koekkramen aanwezig waren. Volgens J. v. Effen ontvingen de Amsterdammers die naam van de Utrechters om hun belustheid op de Utrechtse tafelkoek, die zij in de „Schoutensteech” aldaar bij grote hoeveelheden haalden. De Amsterdammers waren trots op hun bijnaam en zeiden: beter koeketers dan doodeters. Hun stadspatroon was trouwens de grote „koekheilige” St Nicolaas.

< >