Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Ampas

betekenis & definitie

is in het Javaans en Maleis de benaming voor het vaste overblijfsel van iets, dat uitgeperst, uitgekookt of uitgetrokken is, bijv. uitgeperst suikerriet, koffiedik, afgetrokken theebladen. In het bijzonder is ampas echter het vezelige residu, dat achterblijft na uitpersen van de suikerrietstengels bij de rietsuikerfabricage, ook bagasse (Fr., D., Eng.) genaamd.

Ampas wordt in de suikerfabrieken als brandstof voor de ketels gebruikt, maar een deel wordt als vezelstof verwerkt. Men heeft er wel papier van vervaardigd, maar zowel van technisch als van een economisch standpunt beschouwd, is dit niet lonend. Na ontsluiting met kalk laat er zich weliswaar een zeer sterk pakpapier uit bereiden, doch dit is alleen locaal van enige betekenis (bijv. op Java). Voor de fabricage van houtvrije papieren zijn de kosten van de voor de ontsluiting benodigde chemicaliën echter te hoog. Als men eerlang naar nieuwe papiergrondstoffen moet omzien, kan ampas wellicht nog van belang worden. Van meer betekenis is een soort bouwplaat van ampas, celotex geheten, die vooral in Australië en Amerika wordt toegepast. De ampas wordt gemengd met een bindmiddel en tot platen geperst. Celotex is een zeer licht, warmtewerend en geluiddempend bouwmateriaal en laat zich zagen en spijkeren als hout.DR A. D. J. MEEUSE.

< >