(Henriette), Nederlands feministe (Sappemeer 9 Febr. 1854 - Baarn 10 Aug. 1929), volgde als enig meisje de lessen op een jongens-H.B.S., legde met goed gevolg het examen apothekersassistente af en kreeg vervolgens van minister Thorbecke vrijstelling van het admissie-examen tot de Universiteit. In 1871 werd zij als eerste vrouwelijke studente in Nederland te Groningen ingeschreven, deed in 1878 artsexamen en promoveerde het jaar daarop.
Vooral in haar verder leven heeft zij veel gedaan voor de belangen der vrouw. Als arts te Amsterdam hield zij jarenlang kosteloos een kliniek voor arme vrouwen. Zij was presidente van de Vereeniging v. Vrouwenkiesrecht in 1903.
Bibl.: De vrouw (1897, 6de dr. 1921); Vrouwenbelangen (1899); Uit het leven van werkende vrouwen (1905); (met C. V. Gerritsen) Brieven uit en over Amerika (1906); (met F. v. Balen-Klaar) Vrouwenkiesrecht (1913).
Lit.: A. J., in De Holl. Revue (1919); Herinneringen van A. H. J. Met voorw. v.
J. Oppenheim (Amsterdam 1924).