dochter van Marcus Vipsanius Agrippa en Julia, kleindochter van Au- Agrippina de Oudere gustus, vrouw van Germanicus. Zij vergezelde haar gemaal op zijn tochten in Germanië en het O.
Toen hij in 19 n. Chr. stierf, bracht zij zijn as naar Rome (Tacitus, Annales III, 1), en vervolgde keizer Tiberius met haar haat, daar zij hem (ten onrechte) verdacht Germanicus als zijn mededinger naar de heerschappij te hebben doen vergiftigen. Ook haar kinderen voedde zij in die haat op. Ten slotte werd zij verbannen naar het eiland Pandateria bij Napels, waar zij door onthouding van voedsel zich doodde (33 n. Chr.). Zij had negen kinderen, onder wie de latere keizer Caligula en Agrippina, de Jongere.