noemt men in de thermodynamica in het algemeen een volumeverandering (door samenpersing of uitzetting) van een gas, zonder dat van buiten warmte opgenomen of naar buiten afgegeven kan worden; bij een adiabatische samenpersing rijst de temperatuur en bij een adiabatische uitzetting daalt zij.
Wordt het verband tussen druk en volume van een gas bij adiabatische veranderingen grafisch voorgesteld, dan heten de kromme lijnen, die dit verband aangeven, Adiabaten of Isotropen: deze zijn steeds steiler dan de lijnen die het verband aangeven tussen druk en volume, als de temperatuur constant blijft (isothermen).
Ook andere processen, bijv. de uitrekking van een draad, kunnen adiabatisch, d.i. zonder toevoer of afvoer van warmte, plaats vinden.