Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Adad

betekenis & definitie

de god van storm en onweer bij de oude Babyloniërs; werd vereenzelvigd met den ouden Sumerischen onweersgod Isjkoer of Immer. In de vorm Adad of Hadad is deze god West-Semietisch: vooral vereerd door de Arameeërs en ook in Kanaän (bij voorkeur onder de naam Baal, d.i. „de Heer”) en vereenzelvigd met den Syrisch-Hethietischen god Tesjoeb en met Amoerru, den stamgod der Amorieten.

Zijn bijnaam, waardoor zijn eigenlijke naam Adad liefst vervangen wordt, is Rammân „de Donderaar”. Zijn heilig dier is de jonge stier (het stierkalf), waarop hij staande wordt afgebeeld; zijn heilig getal is zes.Lit.: H. Schlobies, Der akkadische Wettergott in Mesopotamien (Mitteil. d. altorient. Gesellsch. I. 3) 1925; E. Ebeling, Reallexikon d. Assyriol. I. 22 ff.; G. Furlani, La religione babilonese e assira I blz. 227 vv. (1928).

< >