is de naam van de god van storm en onweer bij de westelijke Semieten, vooral bij de Arameeërs. Hij is identiek met de Babylonisch-Assyrische god Adad* en met de Hethietische Tesjoep*, afgebeeld met hamer en bliksemschichten.
Bij de Arameeërs was Hadad de hoogste god, met wiens naam talrijke persoonsnamen samengesteld waren, zoals o.a. Hadad-ezer („Hadad is hulp”) en Ben-Hadad („Zoon van Hadad”) als naam (titel) van koningen van Damascus.Hadad-Ramman (Zach. 12 : 11) is waarschijnlijk de naam van een plaats in de vlakte van Megiddo, waar de Judese koning Josia* in het jaar 608 v. Chr. gesneuveld is en waar rouw over hem bedreven werd. De naam Rimmon of Ramman komt ook elders naast (en in de plaats van) Hadad als godennaam voor.