ook wel broekbalk, is de stijl of balk, waarop de regels of liggers van een raam- of regelwerk, dat dikwijls om die stijl of balk draaibaar is, bevestigd zijn. Bij een sluisdeur staat de achterhar, waarmede de deur tegen de sluismuur aansluit, voor de draaiing met haar ondereinde op een taats, terwijl haar boveneinde in een in de muur verankerde halsbeugel gevat is.
Bij ophaalbruggen van matige breedte draait de val om draaipunten aan haar achterhar.