Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wond

betekenis & definitie

Wond (vulnus) noemt men eene door mechanische kracht veroorzaakte plotselijke scheiding van organisch verbondene deelen. Men verdeelt de wonden naar gelang der werktuigen, waarmede zij zijn toegebragt, in gesnedene, gehouwene, gestokene, gekneusde, gescheurde, geschotene en vergiftige wonden, — voorts naar gelang van het aangedane ligchaamsdeel in hoofd-, borst-, buikwonden enz., — en eindelijk naar gelang van het gevaar in geringe, gewigtige, gevaarlijke en doodelijke wonden, welke laatsten wederom gesplitst worden in volstrekt doodelijke, op zich zelf doodelijke en door toeval doodelijke. Bij wonden merkt men de volgende verschijnselen op: pijn, bloeding, het vanéén wijken van de randen der wond, ontsteking, koorts en zenuwtoevallen. De pijn is aanvankelijk een gevolg van de beleediging der zenuwen en klimt later door de ontsteking.

Zij is verschillend naar gelang van den aard der wonde, van de gevoeligheid van het gekwetste deel en van de prikkelbaarheid van den gewonde. Zuivere, door scherpe werktuigen voortgebragte gesnedene wonden doen veel minder pijn dan gescheurde of gekneusde wonden. De bloeding is afhankelijk van de grootte en van de hoeveelheid der gekwetste bloedvaten en is grooter bij gesnedene dan bij gekneusde wonden. De ontsteking, op de verwonding volgende, openbaart zich in een vermeerderden toevoer van bloed naar het gewonde deel, in zijne hoogere temperatuur en in de afscheiding van eene wei-achtige vloeistof, noodzakelijk voor de genezing. Naar gelang der ontsteking verheft zich de wondkoorts (febris traumatica). Is de ontsteking gering, dan dient de wondkoorts tot genezing en verdwijnt na de herstelling. Bij hevige ontsteking echter gaat de wond over tot ettering en in sommige gevallen tot koud vuur. Tot de zenuwtoevallen, welke men bij wonden opmerkt, behooren hevige pijn, onrust, slapeloosheid, krampen, stuiptrekkingen enz.

De genezing eener wonde kan op twee wijzen geschieden, namelijk door eene snelle zamenvoeging van de randen der wond (reunio per primam intensionem), zoodat die randen terstond zamengroeij- en bij het afscheiden van eene albumineus-lymphatische vloeistof, — of door vleeschgroeijing (reunio per secundam intentionem), doordien in de wond eene fijne celstof ontstaat, waarin zich vleeschwratjes vormen (granulatie), die allengs met eene opperhuid worden bedekt. Enkelvoudige gesnedene wonden met zuivere oppervlakten genezen het gemakkelijkst, maar eene wonde herstelt des te moeijeiijker naarmate de kneuzing grooter is. Wonden, welke zich uitstrekken tot in de ligchaamsholten zijn wegens de ophooping van vloeistoffen, de kwetsing der ingewanden enz. gevaarlijk, en gewrichtswonden desgelijks. Wonden in klierachtige deelen en beenwonden genezen niet gemakkelijk. Bij jonge, gezonde personen is de genezing voorspoediger dan bij oude, syphilitische en klierachtige menschen. Eene wond is des te gevaarlijker, naarmate het gewonde deel belangrijker en de verwonding zwaarder is. Het bevorderen der genezing is de zaak der heelkunde (chirurgie) en bepaaldelijk der wondheelkunde. De vloeistoffen, welke bij de genezing worden afgescheiden, eerst van bloedigen, later van waterachtigen aard en allengs tot etter overgaande, komen onder de magt van scheikundige krachten, wier voortbrengselen de genezing verhinderen.

Daar de meeste wonden aan de opene lucht zijn blootgesteld vanwaar verrottingskiemen er in doordringen, zien wij ook gewoonlijk die voortbrengselen tot verderf overgaan. Blijven zij daarna in de wonde, dan merkt men op, dat zij als vreemde ligchamen het weefsel prikkelen en ontsteking doen ontstaan, zoodat het van belang is, ze zooveel mogelijk te verwijderen, dewijl zij anders de naburige deelen drukken en den plaatselijken bloedsomloop belemmeren, waardoor zwellingen ontstaan, en daarenboven door de water- en bloedvaten worden opgeslorpt, in circulatie komen en wondkoortsen veroorzaken, die wel eens levensgevaarlijk kunnen worden. Men zoekt zulks te verhinderen door het ontstaan dier afscheidingen te beletten, hare ontbinding te verhoeden en hare verwijdering te bevorderen. Men verhindert het ontstaan dier afscheidingen door de wond zooveel mogelijk te sluiten, dat wil zeggen door hare randen aanéén te naaijen of met een pleister aanéén te hechten, waarna hare oppervlakten door een verband tegen elkander worden gedrukt, zoodat de gescheidene deelen van het weefsel zich aanstonds organisch weder verbinden. Men zoekt voorts de ontleding en het bederf der bovenvermelde voortbrengselen te beletten door de wond af te sluiten van de lucht, doch hiertoe heeft men geene voldoende hulpmiddelen, zoodat men doorgaans zijne toevlugt neemt tot ontsmettende middelen, die de lucht zuiveren en de verderfwekkende werking der scheikundige krachten tegengaan, doch deze middelen zijn geenszins toereikend. Het derde oogmerk, namelijk de verwijdering dier voortbrengselen bereikt men het best door eene opene behandeling der wonden, waarbij men geen gebruikt maakt van naden of hechtpleisters, maar de wonden zooveel mogelijk aan de natuur overlaat, terwijl men, om ze tegen stof te beveiligen, ze enkel bedekt met een in olie gedoopt lapje. Ook maakt men wel gebruik van de door Chassaignac voorgestelde drainage, namelijk het brengen van buizen van gom-elastiek in de wonden, waarlangs de afgescheidene vloeistoffen een uitweg vinden. Eindelijk moet dat wegstroomen wel eens door insnijdingen worden bevorderd.

Bovengemelde drie beginselen vormen den grondslag der antiseptische methode van Lister. Daarbij wordt door een naad en door verbandsdrukking de vereeniging van de oppervlakten der wond zooveel mogelijk bevorderd, door drainage het afgescheiden vocht verwijderd en door carbolzuur de ontleding en het bederf van dat vocht eenigermate belet. Moet bijv. aan de dij een gezwel geopereerd worden, dan wordt die plek zorgvuldig gereinigd, het haar er weggeschoren en dat ligchaamsdeel bij herhaling met eene oplossing van carbolzuur afgewasschen. Datzelfde passen de operateur en de assistenten toe op hunne handen, instrumenten, sponsen enz., en vooral deze laatsten worden gezuiverd door ze dagen lang in eene antiseptische vloeistof te laten liggen. Vóór den aanvang der eerste insnijding en gedurende de geheele operatie wordt het betrokken ligchaamsdeel bespoeld met een fijnen nevel eener oplossing van carbolzuur, door middel van een nevelvormend werktuig van Richardson voortgebragt. Lister was van meening, dat daardoor de kiemen van verderf, in den dampkring aanwezig, gedood werden, zoodat zij geene ontleding der vloeistof uit de wond konden veroorzaken, hetwelk men echter slechts ten halve als waarheid mag aannemen. Bloedende vaten worden met gecarboliseerde draden onderbonden en de randen der wond met gecarboliseerde zijde aanééngenaaid, terwijl men voorts antiseptische buizen tot verwijdering der vloeistof aanbrengt. Daarna bedekt men de wond met een Listersch verband.

Op de wond legt men in de eerste plaats een ontsmetstukje gewast taf, daarop eene achtdubbele laag van met carbolzuur doortrokken gaas, van boven met eene gecarboliseerde en gegomde stof bedekt. Daarin trekt de vloeistof, welke door de wond wordt afgescheiden. Het verband moet zich aan alle kanten ver over de wondvlakte uitstrekken en digt aan het ligchaamsdeel sluiten. Vertoont zich ergens iets van het afgescheiden vocht aan de oppervlakte, zoodat het in aanraking komt met de bederfwekkende kiemen in den dampkring, dan moet het verband gedurig vernieuwd worden, hetwelk later om de 3 tot 8 dagen geschiedt. Ook bij deze vernieuwing mag de carbolnevel niet ontbreken, terwijl tevens door den operateur reeds vermelde voorzigtigheidsregelen worden in acht genomen.

Volgens de ondervinding, in Duitschland en Engeland opgedaan, is de antiseptische methode van Lister verreweg de beste. Daarbij genezen de wonden het best, het spoedigst en met betrekkelijk weinig gevaar voor de gewonden. Niet alleen herstellen daarbij wonden, die men te voren als bepaald doodelijk, althans als hoogst gevaarlijk beschouwde, maar de chirurg is daardoor ook in staat gesteld, kunstbewerkingen te verrigten, waaraan men zich te voren niet waagde.

De schaduwzijde der antiseptische methode van Lister is intusschen in de eerste plaats, dat het carbolzuur eene onaangename werking heeft op het ligchaam en in de tweede plaats, dat zij wegens het dure verband groote kosten veroorzaakt. Men heeft dan ook beproefd, daaraan tegemoet te komen door het carbolzuur te vervangen door salicylzuur, thymol, benzol enz. en het gaas door watten enz., maar men is er niet in geslaagd, daardoor iets te verkrijgen, dat het eigenlijke Listersche verband evenaart. Dientengevolge is de Listersche methode in Duitschland algemeen in zwang. Steeds is het van belang, wanneer er eenige tijd verloopen moet vóórdat een antiseptisch verband gelegd kan worden, de wonde met een linnen compres, in eene oplossing van carbolzuur gedrenkt, te bedekken. Sommige wonden vereischen echter eene andere behandeling, zooals de vergiftige wonden, door een dollen hond, vergiftige slangen, door dieren, die aan miltziekte lijden of door lijkenvergif veroorzaakt. In zoodanig geval is het van het grootste belang, de hulp van een bekwamen arts in te roepen, ze met bijtmiddelen te behandelen of met een gloeijend ijzer te branden, ten einde het gif te vernietigen vóórdat het zich in het ligchaam heeft verspreid. Vreemde zelfstandigheden, die in wonden zijn gedrongen, moet men daaruit ten spoedigste verwijderen. Bij sterk bloedende wonden moet men de gekwetste vaten terstond opzoeken en onderbinden, of tot aan de komst van den geneesheer door drukking op de hoofdslagader van het gewonde deel zooveel mogelijk de bloeding beletten.

< >