Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wimpffen

betekenis & definitie

Wimpffen of Wimpfen is de naam van een oud souverein geslacht uit Zwaben, hetwelk een aanvang neemt met Siegmund Hermann von Wimpffen, een keizerlijk veldheer, die in 1273 op den Rijksdag te Spiers van Rudolf von Habsburg den ridderslag ontving. Diens zoon Karel August, desgelijks keizerlijk veldheer, verplaatste den zetel der familie naar Nürnberg. Van de leden van lateren tijd noemen wij:

Franz Ludwig Herold, vrijheer von Wimpffen-Berneburg, geboren te Zweibrücken in 1732. Hij trad in Fransche dienst, nam deel aan den Zevenjarigen Oorlog en vervulde in 1760 als generaal aan het Hof van hertog Karl von Würtemberg eene belangrijke rol. In 1770 trad hij als kolonel en kommandant van een Duitsch regiment weder in Fransche soldij, was in 1789 luitenant-generaal en kommandant van Neubreisach, werd gedurende de revolutie als aristocraat in den kerker geworpen en overleed te Nancy den 24sten Decemcember 1800. Hij heeft „Mémoires” achtergelaten (1788).

Félix, vrijheer von Wimpffen-Berneburg, een broeder van den voorgaande en geboren te Zweibrücken in 1745. Hij werd reeds vroeg vaandrig bij het regiment Zweibrücken in Fransche dienst, voerde later bevel over een vrijkorps in Corsica, vervolgens over het regiment Bouillon, waarmede hij zich onderscheidde bij de belegering van Gibraltar, zag zich in 1789 in Normandië tot afgevaardigde van den adel gekozen en behoorde tot de eersten, die zich aansloten bij den Derden stand. In 1792 voegde hij zich als generaal weder bij het leger en verdedigde in September Thionville. Daarop voerde hij bevel over het kustleger bij Cherbourg. Na den val der Girondijnen (31 Mei 1793) verklaarde hij zich tegen de Nationale Conventie, bragt een korps partijgangers naar Normandië en vlugtte vervolgens naar Engeland. In 1799 keerde hij terug en verkreeg van den Eerste-Consul eene aanstelling tot divisie-generaal, werd later inspecteurgeneraal der paardenstoeterijen en overleed in 1814.

Emanuël Félix, vrijheer von Wimpffen, een kleinzoon van den voorgaande en geboren te Laon den 13den September 1811. Hij bezocht de militaire school te St. Cyr, nam dienst bij een regiment infanterie, organiseerde in Algérië de Turco’s, kommandeerde hun regiment in den Krim-oorlog, werd in 1855 brigadegeneraal, onderscheidde zich in 1859 in Italië, zag zich tot divisie-generaal bevorderd, en vertrok daarop weder naar Algérië, waar hij eerst de provincie Algiers en daarna Oran bestuurde en in Maart 1870 een gevaarlijken opstand wist te dempen. In laatstgenoemd jaar zag hij zich belast met het kommando over het 5de korps, waarbij hij Failly verving, verscheen den 31sten Augustus bij de armee te Sédan, aanvaardde den volgenden dag, nadat Mac Mahon gewond was, het opperbevel en onderteekende op den 2den September de capitulatie. Hij begaf zich vervolgens naar Algiers. Hij schreef: „Sédan (1871)” en „Réponse au général Ducrot par un officier supérieur (1871)”.

Max, vrijheer von Wimpffen, geboren te Münster den 19den Februarij 1770. Hij nam in 1786 dienst bij een Oostenrijksch regiment infanterie, oorloogde in 1787 als vaandrig tegen de Turken, vervolgens als eerste-luitenant tegen de Franschen en werd in 1801 bevorderd tot luitenant-kolonel. In 1805 werd hij als kolonel bij den Hofkrijgsraad geplaatst, bestuurde vervolgens den aanleg der versterkingen bij Olmütz en kwam daarop bij den generalen staf van het Russische hoofdkwartier onder Koetoesow. Als generaal-adjudant van aartshertog Karel te Weenen geplaatst, streed hij vervolgens in die betrekking bij Regensburg, werd tot generaal-majoor benoemd en tevens tot chef van den generalen staf van het groote leger en onderscheidde zich bij Aspern, Wagram en Znaim. Als luitenant-veldmaarschalk en bevelhebber eener divisie behaalde hij grooten roem in den volkerenslag bij Leipzig en in onderscheidene gevechten in Frankrijk, was van 1816—1819 militair kommandant te Troppau en verkreeg in 1820 het algemeen kommando te Venetië. In 1824 werd hij chef van den algemeenen kwartiermeesterstaf te Weenen en in 1830 veldtuigmeester en generaal en chef in Oostenrijk. In 1844 werd hij als veldmaarschalk gepensioneerd en overleed te Weenen den 29sten Augustus 1854.

Franz Karl Eduard von Wimpffen, generaal in Würtembergsche dienst en geboren den 2den Januarij 1776. Hij werd door keizer Franz II in den gravenstand opgenomen en overleed in 1842.

Franz von Wimpffen, een zoon van den voorgaande en geboren den 2den April 1797. Hij nam in October 1813 als onderofficier dienst bij het Keizerlijk leger, woonde in 1813 en 1814 in de hoofd-armee der Geallieerden verschillende gevechten bij en bevond zich in 1815 bij de troepen van Frimont in Italië. In 1838 begaf bij zich als generaal-majoor en brigadier naar Triëst, kwam in 1846 als luitenant-veldmaarschalk aan het hoofd eener divisie van het tweede armeekorps in Italië en onderscheidde zich in den veldtogt van 1848 vooral bij Vicenza en Custozza. Als bevelhebber der troepen, bestemd voor de interventie in den Kerkelijken Staat, noodzaakte hij Bologna en Ancona door een bombardement tot capitulatie en aanvaardde daarop de leiding van het bewind in de Legatiën. In October 1849 werd hij civiel en militair gouverneur van Triëst en stadhouder van het Kustland, voorts veldtuigmeester en voorloopig opperbevelhebber van de vloot, belastte zich in 1854 eenigen tijd met het kommando over het eerste armeekorps, werd in 1861 als veldtuigmeester gepensioneerd en overleed te Görz den 26sten November 1870. — Zijn zoon Heinrich Emil is het hoofd der grafelijke lijn, en zijn broeder graaf Felix bekleedt de betrekking van Oostenrijksch gezant te Rome.

< >