Welser is de geslachtsnaam van eene thans uitgestorvene patricische familie in Augsburg, welke beweerde afkomstig te zijn uit de Italiaansche stad Valesia en reeds dagteekent uit de 9de eeuw. Zij verwierf een zoo aanzienlijk vermogen, dat Bartholomaeus Welser, geheimraad van keizer Karel V, aan laatstgenoemde in vereeniging met Fugger 12 ton gouds kon voorschieten. Onder goedkeuring des Keizers rustte hij voorts in Spanje drie schepen uit, die onder bevel van Ambros Dalfinger de provincie Caracas in bezit namen. De keizer verleende haar aan Welser als onderpand, doch de familie deed na 20 jaar afstand van haar bezit.
Eene nicht van Bartholomaeus, Philippine Welser genaamd, de dochter van Frans Welser, schitterend door beschaving en schoonheid, verwierf de innige toegenegenheid van aartshertog Ferdinand, tweeden zoon van den lateren keizer Ferdinand I, en daar zij standvastig elke onwettige betrekking met dien Vorst afwees, sloot hij in 1550 met haar een geheim huwelijk. Toen de vader hiervan verwittigd werd, verbande hij den zoon uit zijne tegenwoordigheid en was eerst acht jaren daarna bereid tot verzoening. Philippine zelve stelde hem in 1558 verkleed en onder een vreemden naam een smeekschrift ter hand, en zoowel haar gedrag als hare schoonheid ontwapenden den vaderlijken toorn. Hij schonk vergiffenis aan zijn zoon, wettigde diens kinderen en verhief de moeder tot vrij vrouwe van Zinnenburg. Philippine woonde met haren gemaal bij afwisseling op het kasteel Ambras en te Innsbruck en overleed den 28sten April 1580.
Haar portret bevindt zich op het kasteel Schönbrunn. Haar oudste zoon Andréas overleed in 1600 als cardinaal, en haar tweede zoon Karl, die zich in den oorlog tegen de Hongaren en Spanjaarden onderscheidde en markgraaf von Burgau werd, stierf kinderloos in 1618. — Marcus Welser, geboren in 1568, studeerde te Rome, werd in 1592 raadsheer en in 1600 keizerlijk raadslid te Augsburg en behaalde door zijne algemeene kennis grooten roem. Hij bezorgde o.a. eene uitgave der „Tabula Peutingeriana”. Later vestigden zich leden der familie Welser te Ulm, Regensburg en Nürnberg, waar zij de grondslagen legden voor nuttige en weldadige instellingen.
