Weinbrenner (Friedrich), een architect en schrijver, geboren te Karlsruhe in 1766, leerde eerst het timmeren, legde zich vervolgens toe op de bouwkunst, belastte zich in 1787 met het toezigt op onderscheidene gebouwen in Zwitserland, woonde een cursus bij aan de académie te Weenen en vertrok in 1791 naar Italië. Te Rome restaureerde hij verschillende antieke gebouwen en leverde vele ontwerpen. Nadat hij in 1797 was teruggekeerd, vestigde hij zich te Straatsburg, waar hij ontwerpen vervaardigde voor het gedenkteeken van Desaix, voor dat van generaal Beaupuy bij Neu-Breisach, voor het nationaal gedenkteeken der Republiek op het plein van het Château de Trompettes te Bordeaux en voor eene vredezuil te Straatsburg. Daardoor verwierf hij grooten roem, zoodat hij tot inspecteur der gebouwen en later tot „Oberbaudirector” te Karlsruhe werd benoemd.
Hier deed hij de nieuwe R. Katholieke en de Luthersche Kerk, de Synagoge, het raadhuis, den schouwburg, de Ettlinger Poort, eene kazerne en onderscheidene paleizen verrijzen. Hij overleed aldaar den 1sten Maart 1826, en van zijne leerlingen noemen wij Möller, Eisenlohr en Hübsch. Hij schreef: „Ueber Theater in architektonischer Hinsicht (1809)”, — „Architektonisches Lehrbuch (1810—1825, 3 dln)”, — Entwürfe und Ergänzungen antiker Gebäude (1822—1834, 2 stukken)”, — „Ausgeführte und projectirte Gebäude (1823—1835, 4 stukken)”, — en „Denkwürdigkeiten (1829)”.