Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Weingarten

betekenis & definitie

Weingarten (Hermann), een beoefenaar der kerkgeschiedenis en geboren te Berlijn den 12den Maart 1834, studeerde te Jena en Berlijn, vestigde zich in laatstgenoemde stad als privaatdocent en werd er in 1868 buitengewoon hoogleeraar, terwiji hij tevens (1858—1864) als adjunct aan het Koninklijk Joachimsthalsch gymnasium en tot 1873 aan de Andréasschool werkzaam was. In 1873 zag hij zich eershalve door de theologische faculteit te Jena tot doctor benoemd, later werd hij hoogleeraar te Marburg en in 1876 te Breslau. Hij stelt zich ten doel, de kerkgeschiedenis los te maken van alle leerstellige banden en op dergelijke wijze te behandelen als de algemeene geschiedenis.

Van zijne geschriften vermelden wij: „Pascal als Apologet des Christenthums (1862)”, — „Die Revolutionskirchen Englands (1868)”, — „Zeittafeln zur Kirchengeschichte (2de druk, 1874)”, — en „Der Ursprung des Mönchthums in nachkonstantinischen Zeitalter (1877)”. Ook gaf hij de „Vorlesungen über Kirchengeschichte (1875)” van Richard Rothe in het licht.

< >