Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Strychnos

betekenis & definitie

Strychnos L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Strychnaceën. Het omvat boomen en heesters uit de keerkringslanden. Somtijds klimmen zij omhoog met okselstandige, wel eens gedoornde ranken en hebben tegenoverstaande, gaafrandige, 3tot 5-nervige bladeren, witte of groenachtige, wel eens welriekende bloemen, die in oksel- of eindstandige bijschermen gerangschikt zijn, en met een ruw omhulsel bedekte, éénhokkige, één- of veelzadige bessen.

S. nux vomica L., een boom zonder ranken of stekels, maar met gesteelde, ovale, onbehaarde bladeren, eindstandige bijschermtrossen en groote, bolvormige, meerzadige bessen, groeit in Oost-Indië, vooral op de kust van Coromandel, ook op die van Malabar, op Ceylon en in Cochin-China en levert de geneeskrachtige kraanoogen of braaknoten (zie aldaar). S. Tieuté Lesch. (de upasboom) is eene onvertakte slingerplant ter dikte van een arm en ter lengte van 25—30 Ned. el; zij klimt in de oorspronkelijke wouden van Java tegen de boomen op, en haar wortelbast levert een vreeselijk pijlgif. S. toxicaria Schomb., eene zelden voorkomende slingerplant in Guyana, geeft desgelijks een pijlgif, curare genaamd. S. potatorum L. draagt eetbare vruchten ter grootte van kersen, en S. colubrina L., eene slingerplant in Oost-Indië en op de Molukken, levert het slangenhout, hetwelk tegen den beet der slangen wordt aangewend.

< >