Spiering (Salmo s. Osmerus Eperlanus L.) is de naam van een visch uit de familie der Zalmachtigen en alzoo uit de orde der Weekvinnigen. Hij is doorgaans 1½ tot 2 Ned. palm lang, betrekkelijk ranker, maar dikker van kop dan de zalm en heeft een vóór de bovenkaak uitstekende onderkaak. In vergelijking met den zalm is zijne rugvin verder naar achteren geplaatst, zijne aarsvin langer, zijne staartvin dieper gevorkt, terwijl zijne schubben grooter, maar zeer dun zijn. De tanden op de tong en het ploegbeen zijn dik en betrekkelijk lang.
Het kieuwvlies telt 8, de rugvin 11, de aarsvin 15 tot 17 stralen. Zijn ligchaam is fraai zilverwit met groene en blaauwe tinten. Men vindt dit vischje in de Noord- en Zuiderzee, de Oostzee en de Witte Zee, alsmede in de Zweedsche Meren. In Maart en April trekt het de rivieren op, om kuit te schieten. Spieringen worden in ons Vaderland des winters bij menigte gevangen en gekookt of gebakken gegeten.