Nominaal beteekent „in naam”, waartegenover staat hetgeen „werkelijk is”. In den handel spreekt men van de „nominale” waarde van een effect, eene obligatie of eenig handelspapier, en men bedoelt daarmede de waarde, die door den uitgever aan dat papier is gegeven en welke daarop is uitgedrukt, terwijl de werkelijke, reéle of koerswaarde diegene is, waarvoor het in het verkeer gangbaar is en verhandeld wordt. Ook geld, vooral papiergeld met gedwongen koers uitgegeven, kan zulk eene tweeledige waarde bezitten wanneer de wettelijke waarde van de munten of van het papier hooger is, dan de innerlijke of werkelijke waarde.
Bij rentegevend papier wordt het bedrag der rente gerekend van de nominale waarde, en ook van deze waarde neemt de makelaar gewoonlijk zijne courtage. Minder juist spreekt men ook wel van een „nominaal" vermogen, en verstaat men daaronder dan het onzuiver, brutobedrag van de bezittingen van een persoon of van een volk, zonder de schulden, het passief, er af te trekken. Het nominaal vermogen wordt dus dan gelijk gesteld met het actief, waarvan het bedrag, verminderd met het passief, het eigenlijke kapitaal of het werkelijk vermogen aan de hand geeft.
