Nevada, een Staat der Noord-Amerikaansche Unie, ligt tusschen 35 en 42° N. B. en 114 en 120° W. L. van Greenwich en grenst in het noorden aan Oregon en Idaho, in het zuidwesten en westen aan Californië, in het oosten aan Utah en Arizona, en heeft eene oppervlakte van 4897 O geogr. mijl. Het grootste gedeelte van den Staat ligt in het Groote Bekken met eene gemiddelde bodemhoogte van 1600 Ned. el. Op deze hoogvlakte verheft zich eene reeks van bergketens, die in het algemeen de rigting van den meridiaan volgen en toppen dragen, van welke sommige 3000 Ned. el hoog en met eeuwige sneeuw gekroond zijn. De Charleston Peak bijv. heeft eene hoogte van 3315 Ned. el.
Men heeft er hoofdzakelijk primaire vormingen, doch er zijn, vooral in het westen, ook vulcanische gesteenten. Het meerendeel der oppervlakte bestaat uit woestenijen of uit schraal met gras begroeide vlakten. Slechts in het westen onderscheidt zich het land door meer vruchtbaarheid, maar in den regel kan er de landbouw alleen met hulp van kunstmatige besproeiing worden gedreven. De voornaamste rivier is er de Humboldt River, welke na een loop van 480 Ned. mijl zich uitstort in een meer. De Colorado kronkelt langs een gedeelte der oostelijke grenzen. Vete kleinere rivieren stroomen naar meertjes of verdwijnen in trechters (Sinks), om onder de oppervlakte der aarde haren loop voort te zetten. Het aantal meren is er zeer groot, en de voornaamste van deze zijn: het Pyramidemeer, het Tahoemeer aan de grenzen van Californië, en het Walkermeer. Warme bronnen wijzen er op eene onderaardsche vulcanische werkzaamheid.
Digte wouden met zwaar geboomte vindt men er nagenoeg alleen aan de oostelijke helling der Siërra Nevada in het westelijke gedeelte van den Staat. De bodem bevat er een grooten rijkdom van metalen; men vindt er de rijkste der bekende zilvermijnen. Alleen in de Comstockgroeve heeft men van 1859—1875 voor meer dan 700 millioen gulden goud en zilver gewonnen, en het schijnt, dat de groote Bonankagroeve, in 1874 ontgonnen, nog voordeeliger uitkomsten zal leveren. Daarenboven wint men er kwik, ijzerglans, koper, graphiet, magnesia, platina, zink, tin, nikkel, kobalt en arsenicum, alsmede soda en klipzout. In 1875 verkreeg men voor ruim 60 millioen gulden aan goud, voor 45 millioen gulden aan zilver en voor 10 millioen gulden aan andere metalen. Men verbouwt er tarwe, gerst, haver, maïs en aardappels; voorts had men er in 1874 ruim 10000 paarden, 44000 runderen, 9000 melkkoeijen, 18000 schapen enz. De nijverheid staat er met den mijnbouw in het naauwste verband. Van de rivieren is geene enkele bevaarbaar, maar de Paciflcspoorweg doorsnijdt het land en heeft met zijne zijtakken aldaar eene lengte van 1012 Ned. mijl.
Sedert de ontdekking der zilvermijnen (1859) is de bevolking er aanmerkelijk toegenomen. Zij telde in 1860 reeds 6867, maar in 1875 ruim 62500 zielen, en daarenboven 16000 Indianen. Ten behoeve van het onderwijs is in 1874 te Elko eene universiteit geopend, en men heeft er daarenboven 108 openbare scholen. De wetgevende magt is er toevertrouwd aan een Senaat van 25 en eene Tweede Kamer (Assembly) van 53 leden. De gouverneur, de regters en andere staatsambtenaren worden door het volk gekozen, — de financiën bevinden er zich in een gunstigen toestand, en de zetel der regering is Carson City. — Nevada was te voren een deel van Mexico, maar werd in 1848 aan de Vereenigde Staten afgestaan, en een jaar later vestigden er zich de Mormonen. Goud werd er in 1849 ontdekt en zilver 10 jaar daarna. In 1861 is Nevada als territorium erkend en in 1864 als 36ste Staat in de Unie opgenomen.
