Myrtaceën is de naam van eene tweezaadlobbige plantenfamilie uit de orde der Myrtifloren. Zij omvat boomen en heesters en eenige weinige kruiden met tegenoverstaande, zelden met afwisselende of kransvormige, altijdgroene, meestal door kliertjes gestippelde bladeren, doorgaans zonder steunbladen, en wel eens met okselstandige en somtijds ook tot aren, bijschermen, pluimen of hoofdjes zaâmgevoegde bloemen.
De kelk vormt boven het vruchtbeginsel een 4-, 5- of veelspletigen zoom, waarvan de slippen overblijven of afvallen. Ook is de zoom wel eens gaaf en gesloten. De bloembladen zijn afwisselend geplaatst met de kelkslippen op eene schijf in de keel van den kelk. De vandaar desgelijks oprijzende helmdraden zijn allen vruchtbaar of gedeeltelijk onvruchtbaar. De meeldraden zijn vrij of aan de basis zamengehecht, tot een bundel vereenigd of tot een bekervormig ligchaam vergroeid.
De 2-hokkige helmknoppen springen naar de binnenzijde overlangs open. Het onderstandig of half-onderstandig, met eene schijf bedekt vruchtbeginsel is één- of meerhokkig. De stamper is enkelvoudig, aan den top somtijds gebaard, en de stempel onverdeeld. De vrucht, gewoonlijk met den kelkzoom gekroond, is éénhokkig en éénzadig of 2tot veelhokkig en dan eene zaaddoos,zelden bes-achtig. De hoekige, ronde of zamengedrukte zaden hebben eene korstachtige of vliezige schaal, geen kiemwit en eene regte, gebogene of schroefvormig gedraaide kiem met meestal korte zaadlobben en een dik worteltje.
De Myrtaceën behooren hoofdzakelijk te huis in de keerkringslanden, vooral in Australië en Amerika. Zij leveren eene aetherische olie, looistof, hard hout en ook wel eetbare vruchten.
