Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Myrtus

betekenis & definitie

Myrtus is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Myrtaceën. Het omvat altijdgroene heesters en boomen met enkelvoudige, tegenovergestelde bladeren, alleen in de oksels staande, roode of witte bloemen en bolvormige, 2- of 3 hokkige bessen met niervormige zaden.

Van de soorten vermelden wij de gewone myrt (M. communis L.), die in het zuiden van Europa, in Azië en Afrika te huis behoort, — een altijdgroene heester ter hoogte van 1 tot 1,25 Ned. el of ook wel een middelmatig boompje met onbehaarde, lancetvormige, spitse, welriekende bladeren en witte of roode, ook wel gevulde bloemen. De grootte en de gedaante veranderen door den invloed van het klimaat, de verzorging en de standplaats. Te voren werden de bladeren en bessen in de apotheek gebruikt en men bereidde daarvan door destillatie een schoonheidsmiddel, hetwelk den naam van „engelenwater” droeg.

Bij de Grieken was de myrt aan Aphródite (Venus) gewijd, en wie als overwinnaar terugkeerde zonder bloed te hebben vergoten, werd met een myrtenkrans getooid. Myrtentakken werden van ouds gebezigd tot het versieren van loofhutten, en de gewoonte, om bij het huwelijk de bruid met een myrtenkrans te kroonen, is nog altijd in stand gebleven. Van de grootbladige myrt, ook doodenmyrt genaamd, vervaardigt men kransen voor overledenen. De kleinbladige myrt (M. microphylla) in Peru en de luma-myrt (M. Luma) in Chili leveren wèlsmakende bessen.

Wij geven in bijgaande figuur eene afbeelding van de gewone myrt, namelijk in a van een bloeijenden tak op 1/3de der natuurlijke grootte, in b van een meeldraad op 5-voudige grootte, en in d een zaad op 8-voudige grootte.

< >