Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Markt

betekenis & definitie

Markt (Eene) is in de ruimste beteekenis elke gelegenheid tot ruiling van goederen,— en in meer beperkten zin eene plaats of een tijd, waarop bepaalde soorten van goederen (wol, vlas, vee, leder, boter, graan enz.) te koop worden aangeboden. Dit geschiedt vooral op jaarmarkten en kermissen, alsmede op weekmarkten. De markten zijn van belang voor de koopers, omdat zij er de verlangde goederen in allerlei qualiteiten en quantiteiten vinden, en voor de voortbrengers, omdat zij er afnemers aantreffen, wier onderlinge mededinging behoorlijke prijzen belooft. Jaarmarkten heeft men in alle steden en aanzienlijke dorpen op bepaalde dagen van het jaar; zij beginnen echter haren voormaligen luister allengs te verliezen.

Ook van de privilegiën, te voren aan jaarmarkten toegekend, is thans geene sprake meer. In den jongsten tijd heeft men in vele groote steden, ten behoeve der weekmarkt, het marktplein overdekt en in markthallen herschapen. Sommige van deze dragen den naam van centraal-hallen en dienen om de kleinhandelaars van koopwaren te voorzien.

< >