Manihot of manioc (Manihot utilissima Johl.) of de cassaveplant, een heester ter hoogte van een paar Ned. el uit de familie der Wolfsmelkachtigen (Euphorbiaceën), heeft handvormige, 5tot 7-deelige, gaafrandige, vanonder zeegroene bladeren en eind- of okselstandige, éénhuizige, in schrale trossen geplaatste bloemen, bestaande uit een bloemdek met 10 meeldraden en een stamper met 3 groote stempels, voorts eene langwerpig-bolvormige vrucht, zijnde eene zaaddoos met grijze, gemarmerde zaden. Deze heester behoort te huis in de keerkringslanden van Amerika; hij wordt er van de straat Magelhaens tot aan Florida in een aantal verscheidenheden gekweekt; ook vindt men hem thans in Afrika en Azië. De bundelvormige wortels, van 3 tot 5 Ned. palm lang, bevatten een vergiftig melksap en tevens eene groote hoeveelheid zetmeel (zie Mandiocca-plant).
Zij leveren een aanzienlijken oogst, — omstreeks zesmaal die van rogge. Wij geven hierbij eene afbeelding van dien heester, namelijk in a een tak op 1/4de der natuurlijke grootte, in b eene vrucht in natuurlijke grootte, en in c een stamper op viervoudige grootte.