Wat is de betekenis van Manihot?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Manihot

m., maniok, cassave.

2025-07-16
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Manihot

is een in Z.Am. inheems plantengesl. van de fam. Euphorbiaceae. Hiertoe behoren verschillende boomsoorten, waarvan o.a. de M.glaziovii M.A. nog als rubbcrlevcrancier werd aangcplant, maar plaats moest maken voor de Hevea brasiliensis M.A.. Eveneens tot dit gesl. behoort de cassave, M. utilissima POHL, welk wortelknollen vormend heestergewas tot een...

2025-07-16
Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Manihot

Manihot is een Amerikaansche plant, welker wortels zeer zetmeelrijk zijn. Het meel uit deze wortels wordt cassave-of tapiocameel genoemd. De zetmeelrijke knollen worden na geschild en geraspt te zijn uitgewasschen, waarbij het zetmeel vrij komt. In Indië wordt ook veel tapioca verbouwd. De inlander eet den wortel gestoomd, gepoft of gekookt. D...

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Manihot

trop. plantengesl.. waartoe de maniok of bittere → cassave behoort.

2025-07-16
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Manihot

Manihot - plantengeslacht der Euphorbiaceeën met 130 soorten in trop. Amerika. Het zijn overblijvende kruidachtige planten met handvormig samengestelde of handlobbige bladeren, melksap in alle deelen, en groene bloemen. Van M. Glaziovii wordt het melksap op rubber (Ceara-rubber) verwerkt. Belangrijker zijn echter M. utilissima en M. dulcis, welker...

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Manihot

plantengeslacht uit de familie Euphorbiaceae, met ca. 150 soorten kleine bomen of struiken (meestal toch min of meer kruidachtige planten), uit tropisch Amerika, met handvormig samengestelde of gelobde bladeren en éénslachtige bloemen. Alle zijn rijk aan melksap, dat soms in de rubberindustrie wordt gebruikt (b.v. Manihot glaziovii, B...

2025-07-16
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Manihot

of maniok, Manïhot ulilissima of Jatropha Manihot, kassavestruik, een 2 meter hooge, tot de familie der Euphorbiaceeën behoorende heester, inheemsch in W.-Indië en Z.-Amerika, en daar evenals in Afrika en Azië veel gekweekt; zijn wortels bevatten een uiterst scherp en vergiftig blauwzuurhoudend melksap en een hoeveelheid zetmeel...

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Manihot

MANIHOT, m. Zie MANIOK.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Manihot

Manihot of manioc (Manihot utilissima Johl.) of de cassaveplant, een heester ter hoogte van een paar Ned. el uit de familie der Wolfsmelkachtigen (Euphorbiaceën), heeft handvormige, 5tot 7-deelige, gaafrandige, vanonder zeegroene bladeren en eind- of okselstandige, éénhuizige, in schrale trossen geplaatste bloemen, bestaande uit een bloemdek met 10...