Lipkens (Antoine), een verdienstelijk Nederland sch natuurkundige, geboren te Maastricht in 1782, ontving zijne opleiding aan de polytechnische school te Parijs en werd in 1811 als hoogleeraar in de landmeetkunde naar het departement der Loire gezonden, alwaar hij zich vervolgens benoemd zag tot hoofd-ingenieur. Later werd hij in beide betrekkingen overgeplaatst naar de departementen Cher en Arriège. Na den val van Napoleon keerde hij in Nederland terug en bevond er zich eerlang aan het hoofd der ingenieurs, die belast waren met de bepaling der grensscheiding tusschen België en Frankrijk. Vervolgens werd hij ingenieur-verificateur van het kadaster in het groothertogdom Luxemburg en curator van het athenaeum aldaar, terwijl hij er tevens als hoogleeraar onderwijs gaf in de proefondervindelijke natuurkunde.
In 1827 werd hij aangesteld tot hoofd-ingenieur, belast met de kadastrale opmetingen voor het Rijk en vervolgens tot raad-adviseur bij het ministérie van Binnenlandsche Zaken voor werktuig- en scheikunde. Niet weinig heeft hij medegewerkt tot de stichting (1841) van de Koninklijke Académie tot opleiding van burgerlijke ingenieurs te Delft. Hij werd als directeur aan het hoofd dier instelling geplaatst en wijdde daaraan de laatste zes jaren van zijn leven. Tegelijkertijd belastte de regéring hem gedurig met belangrijke zaken; hij werd namelijk lid der commissie voor de verificatie van den standaard der maten en gewigten, alsmede der commissie voor de droogmaking der Haarlemmermeer. Hij was staatsraad in buitengewone dienst, kommandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw en sedert 1827 correspondent, sedert 1836 lid en sedert 1846 rustend lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut, en overleed den 15den December 1847.