Linze (Ervum Lens L.) is de naam van eene bekende plant uit het geslacht Ervum (zie aldaar), hetwelk tot de familie der Vlinderbloemigen behoort. Die plant is afkomstig uit het zuiden van Europa en uit het oosten en wordt in Utrecht en Gelderland tot voeder voor de paarden gekweekt. zij komt hier en daar ook wel verwilderd voor, bloeit in Junij en Julij en is éénjarig. Zij draagt gevinde bladeren, okselstandige bloemen en eene korte, ruitvormige, 2-kleppige, gesnavelde, één- of tweezadigen peul. De stengel is kantig, zachtharig en wordt 1/2 Ned. el hoog.
De bladeren eindigen in eene rank, en de blaadjes staan afwisselend en zijn langwerpig-eivormig. De bloemen zijn klein en wit met licht-blaauwe aderen. Wij geven hierbij eene afbeelding der gewone linze, namelijk in a een stengel op 1/3de der natuurlijke grootte, in b eene bloem op 3-voudige grootte, in c een kelk op 5-voudige grootte, in h de vlag, in i de vleugels, in d de kiel op 3-voudige grootte, in e de meeldraden rondom den stamper op 5-voudige grootte, in ƒ eene peul en in g een zaad, beide op dubbele grootte. Het linzenmeel is zeer voedzaam en wordt aanbevolen tegen buikloop. Men meent, dat de hooggeroemde revalenta arabica niet veel anders is dan het meel van Ervum lens. — Tot de inheemsche gewassen behooren voorts Ervum tetraspermum, die op de kleigronden voorkomt, en de ruige linze (E. hirsutum L.), ook wel Duivels naaigaren geheeten en op zandgronden een schadelijk onkruid.
