Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lemberg

betekenis & definitie

Lemberg, in het Poolsch Lwow en in het Latijn Leópolis, de hoòfdstad van het Oostenrijksche koningrijk Galicië, ligt aan de beek Peltew, in een naauw, door heuvels omsloten dal, en telt met de voorsteden omstreeks 90000 inwoners, waaronder zich 30000 Israëlieten bevinden. De straten der stad en vooral die der voorsteden zijn in het algemeen fraai gebouwd. Men heeft er 31 R. en Gr. Katholieke kerken, 12 kloosters (waaronder 6 voor nonnen), 6 kapellen, eene Protestantsche kerk, een Israëlietischen tempel en 6 bedehuizen.

Tot de merkwaardigste gebouwen behooren er de R. Katholieke hoofdkerk in spitsboogstijl, de Dominicaner kerk, naar het modél der St. Pieterskerk te Rome gebouwd, met het marmeren gedenkteeken van gravin Dunin Borkowska,, door Thorwaldsen vervaardigd, en onderscheidene andere kerken, het fraaije stadhuis met een hoogen toren, de schouwburg, het paleis van den aartsbisschop, het hôtel der invalieden, in 1863 voltooid, het algemeen ziekenhuis en de beide spoorwegstations. Deze stad is de zetel van den stadhouder, van den Galicischen Landdag, van het hooggeregtshol', van een militair kommando, van 3 aartsbisschoppen, van een super-intendent en van een opperrabbijn. Men heeft er voorts eene universiteit (in 1784 gesticht en in 1817 vernieuwd) met 35 hoogleeraren en ongeveer 800 studenten. Daarbij behoort eene boekerij van nagenoeg 50000 deelen en 368 handschriften, benevens andere wetenschappelijke verzamelingen, een botanische tuin enz. Ook heeft men er 2 seminaria, eene technische académie met vele hulpmiddelen, 3 gymnasia, eene reaalschool, eene handelsschool enz. Eindelijk vermelden wij het Nationaal Instituut, aldaar gegrondvest door graaf Ossolinski met eene boekerij van 100000 deelen, 1625 handschriften, 10677 penningen en munten, en 6000 steendrukken, — alsmede een Rutheensch muséum en de bibliotheek van graaf Dzieduszycki.

Ten gevolge van hare ligging tusschen de Zwarte Zee en de Oostzee bloeide er in de middeleeuwen de handel, doch deze is na den val van Polen tegelijk met de nijverheid verdwenen. Toch begon hij na den aanleg der spoorwegen te herleven, terwijl het fabriekwezen er zich langzamerhand uitbreidt. Men heeft er inrigtingen, waar papier, machines, strijkhoutjes, stearinekaarsen, naphtha, arak en rosoglio vervaardigd worden, alsmede 4 brouwerijen, 2 stoommolens en 2 stoombroodbakkerijen. Voorts bestaan er omstreeks 300 handelsfirma’s, waaronder zich 12 boek- en steendrukkerijen, 4 boekwinkels en 9 winkels van oude boeken bevinden. Tot gerief van den handel bestaan er banken, crediet-inrigtingen enz.

Lemberg is het vereenigingspunt van den Karl-Ludwig’s en van den Czernowitzer spoorweg. Tot de uitspanningsplaatsen behoort er de nabijgelegen Sandberg; ook is er in lateren tijd eene citadél gebouwd. — De stad werd in 1259 door Lew of Leo Daniëlowicz, prins van Halicz, gesticht, en zij ontwikkelde zich spoedig, toen Halicz, de voormalige hoofdstad des lands, door de Tartaren was verwoest. In 1348 werd zij door Casimir de Groote veroverd, en hij verhief haar tot hoofdstad van de Poolsche provincie Rus. Zij verdedigde zich moedig tegen vijandelijke aanvallen der Tartaren (1525), der Russen en Kozakken (1556), tegen Rakoczy (1557), tegen de Turken (1672), alsmede tegen de Zweden onder Karel XII (1704). Bij de verdeeling van Polen in 1772 kwam zij onder Oostenrijksch gezag, en bij de volksbeweging van 1848 werd zij gebombardeerd, waardoor vooral het universiteitsgebouw groote schade leed.

< >