Lemans

betekenis & definitie

Lemans (Mozes), geboren te Naarden in November 1785, bepaalde zich bij het onderwijs en behaalde in 1819 den eersten rang. Hij bekleedde onderscheidene betrekkingen bij het lager onderwijs, totdat hij in 1828 benoemd werd tot leeraar in de wiskunde aan het gymnasium te Amsterdam , alwaar hij den 17den October 1832 overleed. Hij schreef: „Levensbeschrijving van Maimonides (1815)”, — „Geschiedenis der sterrekunst (1819)”,— „Allereerste gronden over de voor- en nadeelen van het gelijktijdig of achtereenvolgend onderwijs (1821)”, — „Prijsverhandeling over de adjectiva en adverbia (1821)”, — «Lofrede op J. H. van Swinden (1821)”, — „Critisch-exegetische verhandeling over het Hooglied (1825)”, — „Redevoering over de godsdienst (1825)”, — „De geest der Talmudische leer of toelichting van den roman Levi en Sara (1826)”, — „Hebreeuwsche spraakkunst (1827)”, — „Hebreeuwsch-Nederduitsch woordenboek (1831, met S. J. Mulder)", — en „Handleiding tot het teekenen van land-,zee- en hemelkaarten (1826)”.