Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Klaauwieren

betekenis & definitie

Klaauwieren (Laniinae) is de naam eener familie van Muschachtige vogels (Passerinae). Zij onderscheiden zich door een krachtigen, haakvormigen snavel, die aan weêrszijden ingekorven en van een tandachtig uitsteeksel voorzien is, door sterke pooten om een met schilden bedekten voetwortel. Deze roofzuchtige vogels voeden zich met groote insecten, muizen en kleine vogels, en wanneer zij hunne prooi niet aanstonds verslinden, hechten zij die aan doornstruiken of tusschen de takken vast.

Men heeft in Europa 7 soorten van Klaauwieren, en van deze worden 3 in ons Vaderland aangetroffen, namelijk: De Klapekster (Lanius excubitor), ook blaauwe klawier, handwerk en vinkebijter genaamd, blaauwachtig grijs met zwarte vleugels en staartpennen, — de roodkoppige klawier (L. rufus) met bruinrood achterhoofd en hals, voor ’t overige wit, behalve een gedeelte van de vleugels en staartpennen, — en de graauwe klawier (L. Collyrio), ook negendooder, schataakster en bruine doorndraaijer geheeten, kleiner dan de voorgaande, graauw van kleur met een roodbruinen rug, witten buik, bruinzwarte vleugels en zwarten staart. De laatste 2 soorten kunnen allerlei geluiden nabootsen en zijn trekvogels.

Klaauwieren (cirrhi) noemt men ook draadvormige, enkelvoudige of vertakte, schroefvormige plantendeelen, die zich aan nabijzijnde voorwerpen vasthechten en alzoo steun verschaffen aan een zwakken stengel. Zij zijn geene oorspronkelijke organen, maar vervormde bladstelen (zooals bij Tropaeolum pentaphyllum), bladen (zooals bij Gloriosa superba), blaadjes (zooals bij Pisum sativum), steunbladen (zooals bij Bryonia dioica), en bloem stelen (zooals bij Vitis vinifera). De naam klaauwieren is te verkiezen boven dien van ranken, omdat deze bepaaldelijk gegeven wordt aan de dunne uitloopers (sarmenta), even boven de wortels van de aardbezieplant, de moederplant, de maagdepalm enz.

< >