Harem, een Arabisch woord, hetwelk het heilige, onschendbare beteekent, is de naam van het vrouwenverblijf van den Mohammedaan, waar geen ander man dan de echtgenoot mag binnentreden. De Muzelman mag, volgens zijne godsdienstige instellingen, 4 wettige vrouwen en een onbepaald aantal bijwijven houden. Zulk een stoet bewoont het achterste gedeelte van zijne woning, waaraan een tuin met een hoogen muur verbonden is, en staat onder het opzigt van gesnedenen en bejaarde opzigteressen.
Intusschen vindt men uit den aard der zaak zulk een harem alleen bij aanzienlijken en rijken. De behoeftige en zelfs de burger-Mohammedaan vergenoegt zich met ééne vrouw, die zich wel degelijk met huiswerk bemoeit en ook wel gesluijerd over de straat wandelt, om bloedverwanten en vriendinnen te bezoeken.