Hanno is de naam van een aanzienlijk ingezetene van Carthago, die omstreeks het jaar 550 vóór Chr. leefde en eene reis ondernam langs de westkust van Afrika. Na zijn terugkeer hing hij een bord, beschreven met zijne lotgevallen op dien togt, in den tempel van Kronos op. Eene Grieksche vertaling van de daarop geplaatste berigten, bekend onder den naam van „Periplous (Omzeiling)” is tot op onzen tijd bewaard gebleven. Volgens deze wilde hij den Carthaagschen handel uitbreiden, waartoe hij onderscheidene koloniën langs de kust van het hedendaagsche Marocco stichtte en zijne reis voortzette tot aan Kaap Bojador, ja volgens anderen tot aan de Kaap van het Groene Voorgebergte.
Ook andere Carthagers hebben dien naam gedragen, zooals Hanno, die in den eersten Punischen Oorlog den zeeslag bij de Aegadische eilanden verloor (242) en tot straf den hongerdood stierf, — en vooral Hanno de Groote, die tegen het einde van den eersten Punischen Oorlog stadhouder van Carthaagsch Libye was en een ongelukkigen oorlog voerde tegen de huurlingen, zoodat hij het opperbevel aan Hamilcar Parcas moest afstaan. Hierdoor ontstond eene vijandschap, die den geheelen Staat in 2 partijen verdeelde. Na den dood van Hamilcar en Hasdrubal was hij de vijand van Hannibal en stond aan het hoofd van hen, die vrede met Rome verlangden. Op vergevorderden leeftijd behoorde hij nog tot het gezantschap, hetwelk na de nederlaag bij Zama (202) dien vrede tot stand bragt. — Zie voorts onder Anno.