Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gevecht

betekenis & definitie

Gevecht (Een) noemt men in het algemeen eene botsing van 2 vijandelijke partijen, — in het bijzonder echter kleine ontmoetingen, die in den oorlog tot geene beslissing leiden; dit laatste geschiedt door een veldslag. Ieder gevecht is in zijn aanvang, voortgang en gevolg afhankelijk van zijn doel, van de aanwezige strijdkrachten, van het terrein, van de aanvoerders en van de zedelijke kracht der troepen. Het doel van een gevecht kan zeer verschillend zijn; somtijds alleen om den vijand te verontrusten, en het draagt dan ook den naam van schermutseling.

Men heeft verder voorpostengevechten, die dikwijls den slag voorafgaan, en gevechten der achterhoede om den aftogt te beveiligen, — alsmede overrompelingen, gevechten uit hinderlagen, bij het verdedigen of aanvallen van bepaalde punten enz. De strijdkracht is wederom afhankelijk van de wapens, want ieder wapen heeft zijne eigenaardige voordeelen. Het terrein is vooral bij de tegenwoordige volkomenheid der vuurwapens van groot belang, daar het al of niet gelegenheid kan aanbieden om zich te dekken.

Het gevecht heeft een bepaald verloop: het ontwikkelt zich, komt tot volle kracht en neemt een einde. Zoo komt het tot eene beslissing. Intusschen wordt deze laatste door de zwakkere partij niet altijd afgewacht; zij neemt vaak den terugtogt aan, om aan eene volkomene nederlaag te ontsnappen. In het gevecht zelf beslist het gebruik der wapens, namelijk het vuren der artillerie en infanterie, en de aanval met het blanke wapen door de kavallerie en infanterie. Het vuren kan lang aanhouden en ook tot de beslissing leiden, doch de zegepraal wordt door de vervolging met het blanke wapen verworven. Het is niet gemakkelijk, in een gevecht op te treden als aanvoerder.

Deze toch moet volgens de regelen der krijgskunst in verband met de berigten omtrent den vijand en tevens met gemalen tact bepalen, of hij aanvallender- of verdedigenderwijze zal te werk gaan, en daarnaar zijne troepen rangschikken. Hij moet al zijne strijdkracht zooveel mogelijk bij de hand hebben, vooral de reserve, omdat het, oprukken van deze veelal beslissend werkt. Inzonderheid dient hij ook de geschiktheid te hebben , om den moed der soldaten aan te vuren. Hierdoor heeft Napoleon I wonderen verrigt. De leer van het gevecht is een belangrijk gedeelte der tactiek.

< >